zondag 15 februari 2015

Rouw, een pad ontstaat door er op te lopen

Zoveel soorten van verdriet, 
ik noem ze niet. 
Maar één, het afstand doen en scheiden. 
En niet het snijden doet zo'n pijn, 
maar het afgesneden zijn.
M. Vasalis

Op allerlei mogelijke manieren komen we in aanraking met wat niet meer is in ons leven. Ingrijpende verliezen tekenen ons bestaan. We rouwen als antwoord op verlies. Rouw uit zich in emoties, gedachten en lichamelijke gewaarwordingen. Er wordt enorm veel geschreven over rouw. In onze verstandelijke maatschappij willen we blijkbaar rouw definiëren. Soms lijkt het alsof we rouw willen beteugelen door het beschrijven van de fasen, het gedrag en de voortgang.
De mensen, die een dierbare verloren hebben, kunnen er niet zo veel mee. Zij zijn op een pad geslingerd - hardhandig - en moeten doorlopen. Er blijken duizenden paden te zijn, alle uniek.

Zijn grote liefde is op haar 51e verjaardag, na een kort ziekbed, overleden. Zij was altijd al eigenzinnig. Haar sterfdatum is daar een uiting van. Hij zorgt ervoor dat iedereen afscheid van haar kan nemen. Op haar sterf-jaardag zingt het koor, waar ze jaren lid van was, liederen rondom haar lichaam. Hij schrijft boven aan de rouwkaart dat hij haar als zijn kompas beschouwt. En zo gaat het.
Omdat ik bevriend ben met haar en hem, volg ik hun pad. En wat blijkt? Zij snellen beiden voort!
Hij voelt zich enorm gesteund door haar. Er is pijn en vreugde. Drie maanden na haar overlijden vertelt hij mij dat er een nieuwe lief is. Hij is in staat om te rouwen én te bouwen.

Haar 57-jarige echtgenoot is plotseling niet meer wakker geworden. Er was geen aanleiding, geen waarschuwing. Het is een mokerslag. Alles in haar schreeuwt "nee!" Elke dag is een gevecht. Ze voelt de intense verwevenheid met hem. Iedere handeling en gedachte verwijst naar hem. Ze heeft het gevoel dat hij een groot deel van haar heeft meegenomen. De omgeving probeert uit te vinden hoe te reageren, maar het lijkt allemaal niet te passen.
Zijn definitieve afwezigheid  heeft een gat in haar geslagen. Zij stopt dit gat met draden van pijn. Toch zegt ze: "ik weet dat het uiteindelijk goed met mij komt."

Ik heb een diepe bewondering voor de veerkracht die mensen tonen na het overlijden van een dierbare. Er komt een enorme kracht vrij die mensen doet voortgaan, ook al zijn er intense gevoelens en is er diepe pijn. Wij, aan de zijkant, kunnen niet bevroeden wat er in de ander omgaat en wat hem drijft.
Het enige dat we kunnen doen is liefdevol aanwezig zijn voor de ander. Er is geen remedie tegen rouw. Maar liefde helpt.

woensdag 8 oktober 2014

Het overlijden van een kind

Er zijn dingen, die alleen het oppervlak beroeren
daaronder blijft de ziel gelijk en blinkt
zoals een vijver waarop blaadren varen
of als een kinderoog onder verwaaide haren
men zingt en luistert hoe het klinkt.
Maar er zijn soorten van verdriet
die iets veranderen aan het lied
men wordt bespannen met heel andere snaren
en wie het niet ervoer, die weet het niet.
O kindje met je zachte witte vingren
en met de blauwe aadren aan je kleine slaap
die zich als heilige rivieren slingren
slaap mijn kindje, slaap.
M. Vasalis

Een jong meisje is overleden. De afscheidsbijeenkomst is in de gymzaal van haar school. De foto's worden geprojecteerd op een laken dat provisorisch is vastgeknoopt aan de ringen. Op de bok liggen de condoleanceregisters. Heel veel kinderen zijn, samen met hun ouders, aanwezig. Karin legt aan het begin van de bijeenkomst uit wat een uitvaartbegeleider is en doet.
Kinderen snappen best dat er bij zo iets ergs extra gezorgd moet worden voor de ouders, de broertjes en zusjes en de opa's en oma's.
Tussendoor zit  Karin aan de zijkant van de zaal op een gymbank. Steeds meer kinderen schuiven stilletjes naast haar.

Er wordt een brief aan het meisje voorgelezen, er worden liedjes gedraaid, klasgenootjes spreken een persoonlijk woordje en leggen het postuum behaalde letterdiploma op haar kist.
Het is voelbaar dat deze bijeenkomst kinderen op een goede manier laat ervaren wat afscheid is. Onbevangen treden zij deze (nieuwe) situatie tegemoet. Kinderen staan veel meer open voor de dingen zoals ze zijn. Ze hebben gelukkig nog geen vastgeroeste ideeën over hoe het hoort te gaan. Dus bij een aanstekelijk liedje wordt er gewoon gedanst en meegezongen.

Wanneer de roze kist met het meisje in de auto van Karin wordt gezet, breken veel ouders. "Niet huilen mama!", hoor ik overal kinderen zeggen. Kinderen spannen zich altijd in voor het welbevinden van hun ouders. Meestal is het zo dat ouders, bij diepe emoties, hun kind beschermen. Nu is het echter andersom.

Wij, ouders zijn zó bang voor het overlijden van onze kinderen. Het is een nachtmerrie waarvan we allemaal hopen dat deze nooit zal plaatsvinden. Het tegennatuurlijke van het overleven van één van je kinderen, de toekomst die volkomen vertroebeld raakt en het verlies dat het hart doet breken; de gedachte alleen al doet ons huiveren. Het gaat ons voorstellingsvermogen te boven hoe wij hiermee om zouden moeten gaan.
Kinderen daarentegen, lijken een groter vertrouwen  in het onvergankelijke  te hebben en een dieper contact ermee. De dood lijkt voor hen niet zo'n probleem te vormen. Stervende kinderen hebben vooral problemen met de pijn die zij hun ouders denken te bezorgen.

En toch gebeurt het, overkomt het ouders. Kinderen overlijden. Er is geen gebruiksaanwijzing voor het omgaan met het verlies van een kind. Veel ouders vinden toch de kracht om door te gaan, ondanks het diep beleefde gemis van hun kind en ondanks emoties als verdriet, woede en pijn. Het gemis slijt nooit, wel kan de intensiteit minder worden na een lange, lange weg.

De werkelijke verzachting kan alleen van binnenuit komen. Daar kan niemand bij helpen.


zaterdag 12 april 2014

Dementie en rouw






Een koude wind blies ons ieder
naar een ander huis’ (Marjolein Pieks)

Verbinding en verlies

Leven is zoeken naar verbinding, in relaties en bezigheden. Daarmee geven we betekenis aan ons bestaan. Maar leven is ook afscheid nemen en verliezen. Dat is de keerzijde van verbinden. Het is zeer ingrijpend wanneer wij iemand verliezen door een overlijden. Door te rouwen proberen wij het verlies een plek te geven.
Maar hoe is het als jouw dierbare zachtjes wegglijdt in andere werelden? Hoe ga je daar mee om? Je raakt je liefste kwijt terwijl hij er nog lijfelijk is. Dat gebeurt bij dementie.
Je partner verandert langzamerhand in iemand die je niet meer herkent. En de dementerende zal op den duur ook jou niet meer herkennen. De verbinding tussen jullie tweeën wordt enorm uitgedaagd. De ‘gewone’ band die jullie hadden, verandert in een geheel andere. Dat is voor beiden een pijnlijk proces. De verliezen stapelen zich op en dat maakt het heel zwaar.
Vaak heb je zelf niet eens door dat je aan het rouwen bent. Hij leeft toch nog! Jij en je partner zijn in feite voortdurend aan het veranderen en verliezen. Ook de omgeving reageert niet altijd even begripvol.
Het is belangrijk dat je erkent dat je rouwt. Want rouwen is het antwoord op dat zoetjes aan verliezen van jouw dierbare (dat overigens heel bitter is om te ervaren). Iedereen beleeft dat op zijn eigen wijze. Als je rouwt, reageer je met je lichaam, gevoel, gedachten en gedrag op het verlies.

Overgang

Net als bij een overlijden gaat een dementerende naar een andere werkelijkheid. Dit gaat geleidelijk en het bijzondere is dat dit gebeurt terwijl hij nog op aarde leeft. De dementerende is zich hier van bewust. Dat is enorm angstig en verdrietig. Dus probeert hij zich aan te passen aan onze werkelijkheid of te doen alsof hij nog in onze wereld functioneert. Dat geeft gevoelens van eenzaamheid, schaamte en wanhoop.
Misschien wordt het tijd om anders te gaan kijken. Dat wij ons realiseren dat iemand met dementie een van de meest aardse instrumenten loslaat: het denken. En dat dit vertrek uit het denkbewustzijn ervoor zorgt dat hij toegang krijgt tot de ziel. De dementerende vertoeft letterlijk al in hogere sferen. Waarom worden wij dan niet nieuwsgieriger naar wat hij beleeft? Waarom blijven wij hoofdschuddend zijn realiteit ontkennen?
Rouw is de keerzijde van liefde. Rouw is liefde die zijn adres is kwijt geraakt. Alleen een hartverbinding met de ander kan de pijn verzachten. Laten we dit doen.


maandag 3 maart 2014

De doden nabij

‘En altijd is het zo geweest dat de liefde haar eigen diepte niet kent dan op het uur der scheiding.’ 
Kahlil Gibran
Mijn vader is vandaag 95 jaar geworden. Hij viert echter zijn verjaardag al zes jaar in de hemel…
In 2008 krijgt hij een zwaar herseninfarct op de wc. Mijn moeder, dik in de tachtig, sleept hem naar zijn stoel in de kamer en belt een ambulance. In het ziekenhuis krijgt hij er nog een. Vanaf dat moment is hij niet meer aanspreekbaar. Zijn laatste woorden zijn gericht aan mijn moeder: “hoe kom je thuis?” Mijn vader heeft altijd duidelijk aangegeven dat hij geen kasplantje wil worden. Vooral niet omdat hij mijn moeder daar zo mee zou belasten.
We besluiten om de behandeling te stoppen, hem niet meer van eten en drinken te voorzien en spreken daarmee zijn doodvonnis uit. Dat is een afschuwelijke beslissing maar we weten wat hij wil.
Mijn vader heeft een sterk hart, een heel sterk hart. Het sterven zal lang gaan duren. Na een paar dagen besluiten wij hem geen seconde meer alleen te laten. We houden bij toerbeurten zijn hand vast en worden heel handig in het overpakken. Ook al praat hij niet meer, hij is nog wel hier aanwezig en bevindt zich tegelijkertijd ook in andere werkelijkheidslagen.
We delen de dagen op. Mijn zusjes waken overdag, mijn broer en ik doen de nachten. “Wie heeft deze indeling bedacht?”, vragen mijn broer en ik ons vertwijfeld af. Wij zijn nota bene de slaapkoppen van de familie!
Toch zijn de nachten met mijn vader heel bijzonder en intens. Niets verstoort de nabijheid in de nacht. Niets verstoort de enorme liefde die steeds meer in onze harten begint te stromen. Vooral het moeten aanzien van het lijden van mijn vader drijft mij het gebied van diepe liefde in.
Mijn vader was een lieve en toch afstandelijke man. Ik voelde als kind al zijn kwetsbaarheid. Maar ik kon hem niet naderen. Dat liet hij niet toe. Alleen op het gebied van religie konden we elkaar ontmoeten en waren wij gelijkgestemden.
De laatste dag van zijn aardse leven merk ik  ’s ochtends vroeg dat zijn ziel uit zijn lichaam treedt. In de nacht word ik onrustig. De te gemakkelijke cryptogrammen, die ons vertroosten, leg ik opzij. Ik begin al aan mijn afscheidswoorden op papier. Plotseling weet ik dat het sterven spoedig zal plaatsvinden, ook al is dat aan het lichaam van mijn vader nog niet te zien.
We hebben, na drie nachten waken, een bed geregeld zodat wij af en toe een dutje kunnen doen. Mijn broer is net een half uurtje gaan liggen. Ik ren naar mijn broer maar die zit al rechtovereind in bed. ”Kom snel, papa gaat sterven”, roep ik. ”Ik voel allemaal vreemde tintelingen in en om mij heen”, zegt mijn broer, die sinds zijn seminarietijd een ongelovige Thomas is geworden. “Dat is papa, die komt je halen!”, antwoord ik.
Een kwartier later blaast mijn vader zijn laatste adem uit. Het is precies op dat moment dat ik aankom op mijn bestemming: de onvoorwaardelijke liefde voor mijn vader. Daar ben ik nooit meer weggegaan.
Ik heb mijn vader zo lief en hij is mij nog steeds nabij.

dinsdag 16 juli 2013

Ruim denken

Ruimdenkend? Ja, was ik dat maar! De krapte zit echter voornamelijk in mijn gedachtewereld, een doolhof vol ondoorgrondelijke wegen die bij betreding piepen en knarsen.
Los zou ik willen zijn maar ik ben vooral goed in vasthouden. Open zou ik willen zijn maar ik smijt het liefste als eerste de deur dicht. En als ik gepolijste levens voorbij zie komen (op bijvoorbeeld Facebook) voel ik juist de dofheid achter mijn eigen glans.

Het is niet anders. Ik leer steeds beter om het geheel te waarderen: met pieken, dalen en al. In plaats van het onrustig geslinger tussen de uitersten houd ik stoïcijns het midden aan.

Dat geeft soms bijzondere invalshoeken. 

Mede door de overgang en allerlei voorbijkomende energieën slaap ik bedroevend slecht. Kruip ik nog kouwelijk in bed, de dekens goed om mij heen gedrapeerd, slaat het vuur kort daarna uit mijn lijf. Meegevoerd door het perpetuum mobile van koude en hitte probeer ik het dagbewustzijn te verlaten maar de overeenkomstige ijskoude en vurige gedachten zijn ook niet slaapbevorderend.


Vorige week kreeg ik een ingeving tijdens een gesprek met een lotgenote. "Kijk eens niet per nacht naar het aantal uren slaap, maar neem de gehele week als maatstaf. Hoeveel uur slaap je gemiddeld  per week?", opperde ik.

Tijdens het uitspreken van de vraag voelde ik mijn verstand al afhaken...
Deze ommezwaai bood ons (kortstondige) vreugde. Wat een verfrissende kijk! Want uitgaande van het geheel lijken de delen ondergeschikt. Een nacht beroerd slapen is in het zicht van de weekbalans een futiliteit. De bevindingen van de lotgenote moet ik nog horen. Zelf heb ik twee abominabele nachten achter de rug. Doch, ik jeremieer niet over de (slaap)gebrekkige delen. Ik richt mij op het geheel.

Een jeugdvriendinnetje van mijn zoon maakt furore. Simone van Saarloos denkt en schrijft origineel. Ze vertolkt een nieuw feminisme en stelt In een artikel: "Emancipatie bestaat niet alleen uit het leven naar een bestaande norm, maar vooral uit de durf tot anders-denken. De vraag of de Nederlandse vrouw zich moet aanpassen aan de eis van fulltime werken, is niet per se handig nu de werkloosheid zo groeit. Misschien willen we wel naar een economie waarin de meesten parttime werken. Dan is iedereen financieel even (on)afhankelijk, hoeft niemand zich schuldig te voelen jegens kinderen of overheid, is Jet Bussemaker blij én hebben we meer tijd voor handen voor de verzorging van onze ouders - staatssecretaris Martin van Rijn ook blij."

Met haar opmerking over (on)afhankelijk zijn schuift Simone de eenheid onder onze afbrokkelende realiteit. Want inderdaad, we zijn allemaal met elkaar verbonden, onafhankelijk of niet. En als iedereen halftijds werkt is er weer tijd voor zin die niet werkgerelateerd is. Dat zou het regime van arbeidsethos eindelijk eens doen ontspannen, evenals de opgelegde maatstaf van economische (lees: aarde-ondermijnende) groei.

De eerder genoemde zoon noemt zichzelf graag een 'Gesamtkunstwerk' en zo leeft hij ook. Hij focust zich op het geheel en laat alle delen in hun waarde. Hij vertelt mij hoe hij in Wenen naar de opera 'Tristan en Isolde' van Richard Wagner (bedenker van de term 'Gesamtkunstwerk') is gegaan. De zitplaatsen zijn veel  te duur dus moet het een staanplaats worden. Die kosten slechts vier eurootjes. Maar dat wil iedereen natuurlijk! Dus hoe kom je überhaupt binnen? Navraag bij de 'locals' levert de volgende tactiek op: je zet 's ochtends een plastic tasje met je naam in de wachtrij voor het loket. Urenlang ga je dat vervolgens met enige regelmaat in de gaten houden. Al gauw blijkt dat niemand het tasje wegzet of verwijdert. Over en weer worden er zelfs afspraken gemaakt tussen de tassenhouders om op elkaars plek te letten. Daarop volgt de beloning: vijf uur stáán en genieten van de opera. Bij de apotheose van de opera barst het vier-euro-publiek, gebroken na de ontberingen van de gehele dag, in snikken uit. 
Een rijke dag levert dit op met ruimte voor alle elementen. 

Als er dan toch gedacht moet worden; dan is ruimer denken voor mij het meest passende antwoord op onze benarde werkelijkheid. En het is een uitdaging! Het is een uitdaging om het geheel te voelen en de verbondenheid met anderen aan te gaan terwijl eigenbelang lonkt. 

De jeugd van tegenwoordig loopt hierin bewonderenswaardig voorop. De generatiekloof is een leerzame.








zondag 23 juni 2013

Loslaten

Sub Finem

En nu alleen
Het lichaam los te laten -
De liefste en de kinderen te laten gaan
Alleen nog maar het sterke licht
Het rode, zuivere van de late zon
Te zien, te volgen – en de eigen weg te gaan.
Het werd, het was, het is gedaan.

M. Vasalis heeft het zo prachtig verwoord.
Maar loslaten in het leven is geen koud kunstje. 
Je houvast verliezen heeft een enorme impact. Want vaak ben je bang om de greep kwijt te raken en wil je er alles aan doen om de controle te behouden. 

Onze jongste zoon van 19 jaar woont nu een jaar  als student op kamers. Hij is wars van enige structuur terwijl hij dat, in mijn beleving, zo hard nodig heeft. Nu is zijn eerste jaar opgegaan aan... ja, aan wat eigenlijk? Niet aan regelmatig studeren! Het hele jaar heb ik hem goedschiks én kwaadschiks gepoogd te bewegen tot regelmaat. Ik stak hem een hart onder de riem als hij thuis was in het weekend en (Whats)Appte er doordeweeks lustig op los met adviezen, bemoedigingen en nog veel meer dwingende adviezen totdat ik er zelf helemaal beroerd van werd. Plus dat dit tevens prachtige communicatiemiddel aangeeft wanneer iemand voor het laatst 's nachts op zijn mobieltje kijkt (bedtijd!) en ook een tingeltangeltje laat horen aan de moeder wanneer het kind in diezelfde nacht een vraagje heeft over het een of ander. 
Pavlov zou trots op mij zijn. Want luidt de bel, dan kwijl ik nog net niet maar de reactie is een volkomen alerte! Recht overeind in bed zittende, leesbril zoekende en gemor van echtgenoot negerende antwoord ik het kind leuk en hartelijk. 

Deze week heb ik besloten hem te laten gaan want onze samenwerking is een wurgcontract gebleken. Hij moet volwassen worden! En ik moet niet alle kastanjes voor hem uit het vuur willen halen.
De wil is er. Nu nog het celgeheugen wissen. En dat valt bepaald niet mee. Het kleeft, het wringt, het duwt, het trekt. Stiekem kijk ik hoe laat hij naar bed is gegaan. Daarna moet ik weer een hoop controledrang weg puffen. Zijn bevalling was een stuk simpeler.

Vannacht droomde ik dat ik een laatste verzorging bij een overledene zou gaan doen. Terwijl ik wat spullen klaarzette, meende ik vanuit mijn ooghoeken wat beweging te zien. De overledene kwam weer tot leven! Uiteindelijk zei de vrouw bijna verontschuldigend: "ik heb echt mijn best gedaan om over te gaan."  
Ik nam het haar niet kwalijk want ik begreep haar. 
Zij vertelde mij  in feite hoe loslaten voor mij in elkaar steekt. Want ik zal aan het eind van mijn leven zeggen:  "Ik heb echt mijn best gedaan om je los te laten, maar mijn moederhart kon dat wezenlijk niet."
In de overgave kan ik nog een hoop leren maar in de liefde blijf ik mijzelve.



vrijdag 19 oktober 2012

De bezielde uitvaartbegeleider

De bezielde uitvaartbegeleider bestaat!
Kort geleden trof ik een zaaltje vol aan in Lelystad.

In het kader van mijn eindopdracht bij Meander Uitvaartopleidingen heb ik een workshop 'de bezielde uitvaartbegeleider' gegeven aan medestudenten en uitvaartbegeleiders.

Het was een heerlijke dag waarin ervaringen over het vak uitgewisseld werden, gelijkgestemdheid rondzoemde en de identificatie met de ziel een peulenschilletje bleek.

Nou is de uitvaartwereld een mooie weerspiegeling van het alledaagse leven. Enerzijds is er nog het oude: het beroep dat misschien een weelderig wollen vest had kunnen zijn, maar gekrompen is tot een smal en hard breisel; een plank. Het is - zwart-wit gesteld - de uitvaartbegeleider, die niet veel verder komt dan zijn regelrol en elk gevoel heeft uitgeschakeld. Daarnaast gaat het hem vooral om snel en efficiënt uitvoeren, waardoor nabestaanden in een willoze rol geduwd worden. En tijdens de uitvaartplechtigheid veinst hij wel eens.
Anderzijds is er het nieuwe: het lamswollen truitje. Het is de uitvaartbegeleider die met open mind bij de nabestaanden binnenstapt, tijd neemt, behoeften empathisch peilt en een plechtigheid neerzet waarin de nabestaanden zichzelf herkennen.
Tussen deze twee uitersten zitten uiteraard allerlei mengvormen.

En toch, deze samentrekkende en ruimte scheppende beweging is overal te vinden in onze duale werkelijkheid. Het zijn het ego en de ziel die in een wonderlijke dans elkaar afwisselen.
De televisie biedt vaak een karikaturale versie van dit gegeven. Vooral BN'ers lopen hierin voorop. Hun rol is almaar smaller geworden. Ook hier is de plank gekomen, de duikplank. Daar moeten zij nu letterlijk vanaf springen om nog een beetje in bekende (ego)sferen te kunnen blijven! En kennelijk hebben zij daar een hoop angst en pijn voor over. 
Het programma 'Over mijn lijk' laat de tegenovergestelde beweging zien. Hier zien we mensen die ook duiken, maar nu om hun ziel in versneld tempo toe te laten.

Vanuit onze ware aard streven we naar een bestaan waarin eenheid de stuwende kracht is. En in de uitvaartwereld kun je deze drijfveer heel goed zien. Want van binnenuit is een beweging ontstaan, die gedragen wordt door de uitvaartbegeleiders zelf. Het zijn de uitvaartbegeleiders die zich laten leiden door hart en ziel. Hun werk is juist niet vormvast. Zij zoeken de verbinding met de overledenen (bijvoorbeeld door in gedachten toestemming te vragen bij de laatste verzorging) en de nabestaanden. Zij ervaren de eenheid en dragen die uit. Dat is een energetisch gebeuren dat toch heel goed waarneembaar is voor alle betrokkenen. Alles lijkt dan te stromen. De nabestaanden voelen zich gehoord en gezien. De uitvaartbegeleider lijkt één van hen te zijn. Er wordt opgetild en verdiept. Leven en dood ontmoeten elkaar.

Het lamswollen truitje is een schitterend universeel breiwerk aan het worden. Zo ontstaat het bezielde uitvaartwezen, geïnitieerd en gedragen door de uitvaartbegeleider.