woensdag 23 september 2009

Frequenties waarnemen

De Academie voor de Ziel is inmiddels gestart. Na een eerste kennismakingsdag stond op de tweede lesdag het vak 'leer van trilling' centraal. In dit vak wordt ervan uitgegaan dat de werkelijkheid louter uit frequenties bestaat en wordt geleerd met diezelfde frequenties op verschillende manieren om te gaan.
Houd bijvoorbeeld eens een stuk hout, een steen of een bergkristal in je handen. Hoe neem je daar dan de frequentie van waar? En: hoe weet je dat je de frequentie waarneemt?

Deze oefening zorgde al snel voor verwarring. Een aantal studenten voelde de frequentie van het object direct in hun lichaam. Op zich is dat een prachtig gegeven. Want het zou betekenen dat verbinding voelen een natuurlijke neiging aan het worden is. Echter, soms kan het belangrijk zijn dat je onderscheid kunt maken tussen het mijn en het dijn.
Andere studenten zetten de waarneming van de frequenties direct om in menselijke eigenschappen als kracht en stevigheid. Nu heeft de kwantumfysica inmiddels lang en breed aangetoond dat de interpretatie van de waarnemer bepalend is voor de waarneming.
Als kind kon ik mij al diep afvragen of de tafel er nog zou zijn als ik mijn ogen gesloten had. "Natuurlijk staat die er nog", concludeerde mijn omgeving. "Wie haalt dat ding elke keer weg als jij je ogen dicht doet?!"

Terug naar de oefening. Moeten we daarvoor nu een ouderwetse wetenschappelijke subject-object scheiding aanbrengen? Juist nu we op weg lijken te zijn naar een diepere verbinding met alles en iedereen om ons heen? Bovendien is objectiviteit in de wetenschap eerder een afspraak dan een feit. En bestaan feiten eigenlijk wel?!

Dus: je houdt een steen in je hand en wat gebeurt er dan? Je voelt wellicht de trilling van de steen in je hand, je hoort misschien de frequentie in de vorm van een toon en ziet de lichtpatronen van de steen. Is er dan nog wel sprake van een subject en object?
De westerse wetenschap heeft altijd uitgeblonken in het kijken naar losse onderdelen.
Alles wordt echter anders wanneer je naar de onderlinge relaties gaat kijken. En wanneer je er dan van uitgaat dat verbinding onvermijdelijk is, valt een en ander op zijn plaats. Het universum is een continuĆ¼m van frequenties. Een scheiding van subject en object is onmogelijk!
Wat heeft deze aanname voor gevolgen?

De manier om trillingsfrequenties waar te nemen wordt prachtig verbeeld door de 'vesica piscis'.
Deze tweede stap in de schepping geeft weer dat je een 'overlap' kunt maken met een ander (object) zonder jezelf te verliezen.
Vanuit de overlap kun je een uitstapje maken naar de ander, zonder dat je de ander wordt.
Door de overlap kun je tegelijkertijd de verbinding ervaren en bij jezelf blijven. Zo kunnen we de eenheid opzoeken in onze werkelijkheid die nog steeds gekenmerkt wordt door dualiteit.


vesica piscis